Lange tijd ging je na je studie Frans als vanzelf voor de klas staan. Een enkeling slaagde erin een baan te krijgen als wetenschappelijk medewerker om later hoogleraar te worden.
Tegenwoordig komen afgestudeerden Frans op alle mogelijke plekken terecht: bij grote bedrijven, de ANWB, vertaalbureaus, de diplomatieke dienst, maar ook - en nog steeds - in het onderwijs. Veel werkgevers hebben graag werknemers met academische vaardigheden, die snel een ingewikkelde nota kunnen lezen, een goed opgebouwde tekst schrijven of een helder betoog houden. Letterenstudenten beschikken bij uitstek over die vaardigheden. Het is dan mooi meegenomen als je ze ook kunt toepassen in het Frans, een taal die jammer genoeg door steeds minder Nederlanders goed wordt beheerst. Met Frans in je bagage heb je daardoor echt meerwaarde voor de arbeidsmarkt.
Tijdens je studie kun je ervoor kiezen een internationaal diploma Frans te behalen, door deel te nemen aan de DELF- of DALF-examens op de niveaus A1 t/m C2. Informatie daarover staat hier en hier. Een B2-certificaat geeft je zelfs toegang tot de Franse universiteiten!
Dat je met een universitaire studie Frans vele kanten op kunt, heeft ook te maken met het gegeven dat het programma tijdens de eerste drie jaar (bachelor) nogal wat vrije keuzeruimte biedt.
De invulling van het bachelorprogramma verschilt per universiteit. Soms gaat het om een sterke nadruk op Frans als hoofdvak, soms bestudeer je meer dan een Romaanse taal tegelijk, met diverse keuzemogelijkheden. Naast je hoofdrichting (maior/major) kun je onderdelen van een andere studierichting (minor) kiezen, of de keuzeruimte vullen met een stage of studie in binnen- of buitenland.
Frans is ook een mooie aanvulling bij een studie rechten (internationaal recht), economische of Europese Studies. Sinds enige tijd kun je er ook voor kiezen om een educatieve minor te volgen, waarmee je vervolgens als tweedegraads docent aan de slag kunt in het onderwijs.
Na het behalen van het bachelordiploma kun je gaan werken of een masteropleiding volgen. Er zijn drie verschillende masters: de eenjarige 'doorstroommaster', waarbij je doorgaat met je hoofdvak, de 'educatieve master', waarbij je na de doorstroommaster een jaar een programma volgt dat opleidt tot eerstegraads leraar, en de 'researchmaster', bestemd voor een beperkte groep bachelors die als wetenschapper in de taal- of letterkunde willen gaan werken.
Klik op de volgende links om de bachelor- en masterprogramma's van de Nederlandse universiteiten te bekijken:
Leiden
Nijmegen
Groningen
Utrecht
Universiteit van Amsterdam