Als je een mbo-opleiding gaat volgen in de richtingen
is het logisch dat talen als het Frans op het lesrooster staan. Bij de eerstgenoemde drie richtingen ben jij immers degene die mondeling of schriftelijk contact legt met buitenlandse relaties. En bij de laatste drie richtingen kom je in een beroep terecht, waarbij je vooral Franstalige mensen te woord moet staan.
Ook in de transportsector kan Frans worden gevraagd.
Denk maar aan chauffeurs die op België, Frankrijk of Zwitserland rijden. Voor deze en andere mbo-studies kun je stage lopen in het buitenland; dan moet je natuurlijk wel de taal spreken van dat land (België, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Noord-Afrikaanse landen). Vergeet niet dat deze landen tot de belangrijkste handelspartners van Nederland behoren. Afhankelijk van de gekozen opleiding zal je uitstroomniveau A2 of B1 zijn. Met een niveau 4-diploma in bovenstaande richtingen kun je doorstromen naar het hbo, waar je je kennis van het Frans naar een hoger niveau kunt brengen.